Watershed heeft een geïntegreerde aanpak om SDG6 te behalen.
De 25 strategische partnerschappen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken werken al meer dan een jaar aan het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals). Een ervan werkt aan SDG6 – water en sanitatie voor iedereen. Hoe verloopt het partnerschap? Een kijkje bij het Nederlandse Watershed partnerschap.
In 2014 kondigde het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat het 25 strategische partnerschappen zou gaan ondersteunen – coalities van NGO’s die samenwerken om de maatschappelijke organisaties in lage- en middeninkomenslanden te versterken. Door middel van het versterken van lokale lobbyvaardigheden en belangenbehartiging, hoopt het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat lokale organisaties hun regering beter aansprakelijk kunnen houden.
In de watersector leidde dit tot een unieke samenwerking tussen organisaties: een is werkzaam op het gebied van behoud van watergebieden, andere op water, sanitatie en hygiëne (WASH), en een derde op open source technologie. Het idee is om hun expertise te combineren om maatschappelijke organisaties in hun rol als pleitbezorger te versterken, en zo bij te dragen aan het behalen van SDG6.
Ruim een jaar na de start van deze coalitie geven de Watershed-partners een kijkje in de keuken. Waar werken ze aan en hoe ontwikkelt de partnerschap zich?
Aparte werelden
“Milieu- en WASH-organisaties werken over het algemeen niet samen,” zegt Pim van der Male, Senior Beleidsambtenaar Water, Sanitatie en Hygiëne van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zelfs bij het Ministerie zijn deze afdelingen gescheiden, zegt hij. “We hebben aparte netwerken, partners en budgetten. Maar het wordt tijd dat dit gaat veranderen, want beide werelden zijn met elkaar verbonden.”
Van der Male spreekt op de World Water Week, de grootste internationale conferentie over water en ontwikkeling die jaarlijks in de Zweedse hoofdstad Stockholm wordt gehouden. Onder de gasten bevinden zich prominente leden van de Nederlandse Watershed coalitie. Akvo is er – een Nederlandse waterorganisatie die bekend staat om zijn software-georiënteerde, hightech-oplossingen, IRC en Simavi – twee toonaangevende organisaties die werken aan WASH, en Wetlands International – een non-profitorganisatie voor ecosystemen, het beheren en ontwikkelen van draslanden over de hele wereld.
Zij zijn naar Stockholm gekomen om ideeën uit te wisselen, te horen over de meest dringende water-gerelateerde vraagstukken, en niet in de laatste plaats om te bespreken hoe WASH en waterveiligheid kunnen worden geïntegreerd om SDG6 te bereiken. Het Ministerie heeft de Watershed partnerschap in 2015 met 16,3 miljoen euro gefinancierd ter ondersteuning van een vijfjarig programma in zes landen: Kenia, Oeganda, Mali, India, Bangladesh en Ghana.
Het partnerschap zal de maatschappelijke organisaties in de WASH sector in deze landen versterken, zodat burgers in staat zijn te pleiten voor schoon drinkwater en sanitatie. Hun gemeenschappelijke doel is bij te dragen aan duurzame WASH voor iedereen, ook de allerarmsten, zonder dat essentiële ecosystemen in de regio’s waar ze werken in gevaar worden gebracht.
Klimaatverandering en WASH
“Hoewel SDG6 zich louter op WASH lijkt te richten, is het in feite ook bedoeld om het beheer van waterbronnen en ecosystemen te integreren,” zegt Paul Brotherton, Communications en Advocacy Officer van Wetlands International. Behalve het ontwikkelen of herstellen van de band tussen overheid en burgerbevolking heeft Watershed ook de ambitie om de planning voor WASH en waterbeheer te integreren.
Voor de buitenstaander kan dit misschien moeilijk te volgen zijn, maar om water en sanitatie voor iedereen te realiseren voor 2030 hangt ook af waterzekerheid en milieukwesties. Klimaatverandering en toenemende waterbehoeften over de hele wereld beïnvloeden de kans om iedereen van water en sanitatie te kunnen voorzien voor 2030. Als het niet goed wordt beheerd, kunnen nieuwgebouwde watersystemen of sanitaire voorzieningen het water vervuilen. Bij het plannen van nieuwe WASH-faciliteiten moet rekening worden gehouden met de natuurlijke omgeving, daarover is de coalitie het eens.
Water vervult in elk land vele behoeften, zowel in de samenleving als in het milieu. Toch is het een schaars goed. De Verenigde Naties schatten dat 20 procent van de wereldbevolking in 2025 fysieke waterschaarste heeft. Klimaatverandering kan grote droogtes of overstromingen veroorzaken – extremen waar regeringen, verantwoordelijk om voor 2030 WASH aan alle mensen te leveren, rekening mee moeten houden. Toenemende waterschaarste in de Afrikaanse Sub-Sahara en Zuid- en Centraal-Azië draagt al bij aan conflicten.
Grasland en water
Zoals in de provincie Laikipia in Kenia, waar de droogte onlangs wereldnieuws werd toen duizenden gewapende herders, met hun vee, boerderijen, natuurgebieden en particuliere eigendommen binnenvielen, op zoek naar grasland en water. “Dit conflict werd veroorzaakt door slecht waterbeheer en slechte relaties tussen watergebruikers”, zegt Lilian Nyaega, programmamanager bij Wetlands Kenya. “Kleine boeren stroomopwaarts gebruiken 80 procent van de beschikbare bronnen. Een groot deel van deze bevolking gebruikt het water illegaal, en daardoor zit de overige 20 procent zonder water.”
Ongeveer 63 procent van de 46 miljoen Kenianen heeft toegang tot verbeterd water, terwijl 30 procent toegang heeft tot sanitaire voorzieningen. Ondanks de problematiek rond waterschaarste wil de regering van Kenia SDG6 halen. Bij de planning van WASH in Kenia zullen de Watershed partners erop wijzen dat er rekening moet worden gehouden met de complexiteit van het waterbeheer.
Sterkere lokale netwerken
In het eerste jaar heeft de coalitie in elk Watershed land de context waarin ze zullen werken in kaart gebracht – de status van WASH, hoe klimaatverandering ecosystemen beïnvloedt en de betrokken actoren, waaronder overheidsinstanties, maatschappelijke organisaties en de private sector.
Onlangs zijn zij begonnen met het trainen van lokale maatschappelijke organisaties in pleitbezorging en belangenbehartiging. Een volgende stap is het opbouwen en versterken van bestaande netwerken tussen maatschappelijke organisaties om in alle landen een collectieve pleitbezorging op gang te brengen.
Aan het eind van de vijf jaar hoopt het partnerschap te hebben bijgedragen aan meer responsieve maatschappelijke organisaties die beter in staat zijn hun rol als pleitbezorger en waakhond op het gebied van waterbeheer, sanitatie en hygiëne bij hun nationale overheid te vervullen.
Watershed is een van de eerste programma’s die tegelijkertijd lobbyen voor WASH en het beheer van water, dat maakt dit partnerschap zo uniek, zegt Jeske Verhoeven, programmamanager bij IRC. Maar die twee verbinden is niet zo eenvoudig. “Geïntegreerd beheer van water kan veel betekenen, en gaat niet altijd over WASH. Het zijn twee verschillende werelden, die geïntegreerd moeten worden.”
Doordat ze met zoveel problemen te maken hebben, loopt het partnerschap het risico op een te brede of diffuse focus. Desondanks krijgen de organisaties een kijkje in elkaars wereld en zijn ze gedwongen om samen te werken, zegt Verhoeven. En dat maakt deel uit van het concept van het Nederlandse Ministerie. “Het mag dan traag en ingewikkeld zijn, maar als iedereen binnen hun eigen sector blijft, komen we niet dichter bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.”
Artikel geschreven door Jenda Terpstra